Hoe heb je dit werk gemaakt?
ANNEKE INGWERSEN: Na een meer theoretisch onderzoek naar
het lesmateriaal van de geschiedenisboeken op Nederlandse scholen had ik
behoefte om al die beelden, zienswijzen en meningen een nieuwe plek te geven,
ze beeldend te verwerken. Letterlijk en figuurlijk. Ik had behoefte om te
knippen. Dingen weg te knippen, te onderscheiden. Knippend in zwart papier. In
deze serie werken draai ik de parameters van de silhouetten om: dat wat zwart
is heb ik weggeknipt.
Silhouetknippen
was in de negentiende eeuw een populair tijdverdrijf. Een eeuw waar ideeën over
burgerschap en natiestaat sterk veranderden. Een heel folkloristische traditie
is eruit voortgekomen. Er is zelfs een dorp in Oost-Duitsland dat beroemd is
voor zijn ronddraaiende silhouet-lampen. Een silhouet knippen van een portret
van iemand was een goedkope manier om je profiel en je individualiteit vast te
leggen. Het was letterlijk: je gelaatstrekken natrekken. De aandacht voor
gelaatstrekken had in de negentiende eeuw een bedenkelijke uitloper in de vorm
van de eugenetica, gebaseerd op de gedachte dat de verschijningsvorm van de
gelaatstrekken en de huidskleur iets over het karakter zou kunnen zeggen en de
mensheid in mensen van hogere en lagere waarde inschaalde.
Bij het maken van
de silhouetten stelde ik me ten doel om ook de achterkant te tonen: het proces
van denken, heroverwegen, feiten checken, uitgummen en meningen reviseren. Zo
zie je in het werk Van Heutz Goes Home ook nog notities staan. Ik wilde niet
alleen de gave perfecte kant van een voltooid silhouet laten zien.
Wat mij bezighoudt
is de vraag hoe je verschillende perspectieven kunt tonen, met name in het
onderwijs. Moet de geschiedenisles altijd de eenheid en de verbondenheid van de
natiestaat dienen of kan het ook als de verschillen in meningen en
perspectieven tonen die verschillende partijen innemen. De manier waarop
geschiedenis onderwezen wordt in Nederland ervaar ik als vrij zwart - wit. Je
kunt kiezen uit twee smaken: 'held' of 'schurk'. Nu minder eenduidige
beoordelingen en complexere verhalen naar voren worden gebracht over het
Nederlandse koloniale verleden lijkt men dat moeilijk te verdragen.
Het intrigeerde me dat in Arnhem, waar ik woon, het beeld
van Van Heutz, hoewel hij verantwoordelijk was voor een volkerenmoord tijdens
de Atjehoorlog in Nederlands-Indië, op het landgoed van Museum Bronbeek in
Arnhem nog steeds op een prominenten plek in de tuin staat. Blijkbar ben ik de
enige niet. Er is wereldwijd een discussie gaande over wat te doen met de
beelden die nationale helden eren die door de ogen van anderen gewelddadig
gehandeld hebben.
Waarom heb je dit werk gemaakt.
ANNEKE INGWERSEN: Ik onderzoek sinds een paar jaar de
manier waarop de geschiedenis van het kolonialisme ons heden beïnvloed.
Kolonialisme ging gepaard met een totalitair begrip van afkomst, thuishoren en
identiteit. In het reguliere onderwijs mis ik dit aspect. Men heeft weinig oog
voor het feit dat aan onze huidige situatie een Europa-brede geschiedenis van
verovering en imperialisme ten grondslag ligt, gelegitimeerd door een
wetenschappelijk onderbouwd racisme. Sinds 400 jaar onderhoudt Europa
economische banden met de hele wereld en de rijkdom die we hier vergaard
hebben, is direct of indirect verbonden met de globale handel die het
kolonialisme aanjoeg.
De antropologe Ann
Laura Stoler stelt dat alle westerse landen met een koloniaal verleden aan
koloniale afasie lijden. Met afasie bedoelt ze de obstructie van kennis. Het is
geen kwestie van onwetendheid of afwezigheid. Afasie is een versplintering,
moeite hebben met spreken, moeite met het vinden van een vocabulaire waarin
passende woorden en concepten met passende dingen worden geassocieerd. Afasie
heeft dus niets te maken met geheugenverlies, amnesie, maar komt voort uit een
gebrek aan een woordenschat en gebrekkige verbindingen tussen gebeurtenissen en
herinneringen waarmee we over ons koloniale verleden spreken.
Omdat ik hier meer
van wilde weten, begon ik met een onderzoek naar tijdlijnen die op basisscholen
in geschiedenislessen worden gebruikt. Ik ontdekte dat educatiemateriaal verre
van neutraal of inclusief is. Op Nederlandse scholen leren de kinderen nog
steeds een eenzijdige Nationale geschiedenis met een eurocentrische blik. Ik
stelde vast dat de twee langdurige koloniale oorlogen die in de negentiende
eeuw door het KNIL, het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger, gevoerd werden
om het Nederlandse gezag te vestigen en te handhaven, niet genoemd werden. Op
de tijdlijnen worden de termen 'Ontdekkers en hervormers' genoemd.
Overeenkomstig met dit perspectief zijn vergelijkbare, eenzijdige en vanuit het
Europese belang redenerende voorstellingen waarin Columbus nog steeds
Noord-Amerika ontdekt, de zeventiende eeuw alleen een Gouden Eeuw was en waarin
wordt verzwegen dat Michiel de Ruyter, een nationale held, voorstander was van
de slavenhandel en eraan verdiende.
Hoe kun je andere
verhalen vertellen en de Europese en Nederlandse geschiedenis onderwijzen
vanuit een globaal perspectief? Ik onderzoek sinds een tijd op basis van
archiefmateriaal hoe mijn persoonlijke, cultureel archief is gevormd door de
eenzijdige verhalen uit Westerse geschiedenisboeken en hoe dit mijn kijk op de
wereld heeft gevormd. Verhalen waarin witte, mannelijke zeehelden, ontdekkers,
generaals en kolonisatoren domineren.
Hoe kunnen we
geschiedenissen vertellen die recht doen aan diverse perspectieven van een
verleden waarin we allemaal verbonden zijn met elkaar in een groot spinnenweb
in tijd en ruimte? Dat heeft veel te maken met het relativeren van het
dominante Europese perspectief dat aanspraak doet op wetenschappelijkheid en
universele geldigheid. Het heeft te maken met het toelaten van andere,
niet-Europese perspectieven. De Frans-Antilliaanse schrijver Édouard Glissant
stelt het beeld van de 'dwalende', the errant, tegenover het beeld van de
'reiziger' , de ontdekker of de veroveraar: 'In the poetics of relation, one
who is errant (who is no longer traveler, discoverer or conqueror) strives to
know the totality of the world yet already knows he will never accomplish this
– and knows that is precisely where the threatened beauty of the world
resides.'