dinsdag 28 november 2017

ANNEKE INGWERSEN


Hoe heb je dit werk gemaakt?
ANNEKE INGWERSEN: Na een meer theoretisch onderzoek naar het lesmateriaal van de geschiedenisboeken op Nederlandse scholen had ik behoefte om al die beelden, zienswijzen en meningen een nieuwe plek te geven, ze beeldend te verwerken. Letterlijk en figuurlijk. Ik had behoefte om te knippen. Dingen weg te knippen, te onderscheiden. Knippend in zwart papier. In deze serie werken draai ik de parameters van de silhouetten om: dat wat zwart is heb ik weggeknipt.
 Silhouetknippen was in de negentiende eeuw een populair tijdverdrijf. Een eeuw waar ideeën over burgerschap en natiestaat sterk veranderden. Een heel folkloristische traditie is eruit voortgekomen. Er is zelfs een dorp in Oost-Duitsland dat beroemd is voor zijn ronddraaiende silhouet-lampen. Een silhouet knippen van een portret van iemand was een goedkope manier om je profiel en je individualiteit vast te leggen. Het was letterlijk: je gelaatstrekken natrekken. De aandacht voor gelaatstrekken had in de negentiende eeuw een bedenkelijke uitloper in de vorm van de eugenetica, gebaseerd op de gedachte dat de verschijningsvorm van de gelaatstrekken en de huidskleur iets over het karakter zou kunnen zeggen en de mensheid in mensen van hogere en lagere waarde inschaalde.
 Bij het maken van de silhouetten stelde ik me ten doel om ook de achterkant te tonen: het proces van denken, heroverwegen, feiten checken, uitgummen en meningen reviseren. Zo zie je in het werk Van Heutz Goes Home ook nog notities staan. Ik wilde niet alleen de gave perfecte kant van een voltooid silhouet laten zien.
 Wat mij bezighoudt is de vraag hoe je verschillende perspectieven kunt tonen, met name in het onderwijs. Moet de geschiedenisles altijd de eenheid en de verbondenheid van de natiestaat dienen of kan het ook als de verschillen in meningen en perspectieven tonen die verschillende partijen innemen. De manier waarop geschiedenis onderwezen wordt in Nederland ervaar ik als vrij zwart - wit. Je kunt kiezen uit twee smaken: 'held' of 'schurk'. Nu minder eenduidige beoordelingen en complexere verhalen naar voren worden gebracht over het Nederlandse koloniale verleden lijkt men dat moeilijk te verdragen.
Het intrigeerde me dat in Arnhem, waar ik woon, het beeld van Van Heutz, hoewel hij verantwoordelijk was voor een volkerenmoord tijdens de Atjehoorlog in Nederlands-Indië, op het landgoed van Museum Bronbeek in Arnhem nog steeds op een prominenten plek in de tuin staat. Blijkbar ben ik de enige niet. Er is wereldwijd een discussie gaande over wat te doen met de beelden die nationale helden eren die door de ogen van anderen gewelddadig gehandeld hebben.

Waarom heb je dit werk gemaakt.
ANNEKE INGWERSEN: Ik onderzoek sinds een paar jaar de manier waarop de geschiedenis van het kolonialisme ons heden beïnvloed. Kolonialisme ging gepaard met een totalitair begrip van afkomst, thuishoren en identiteit. In het reguliere onderwijs mis ik dit aspect. Men heeft weinig oog voor het feit dat aan onze huidige situatie een Europa-brede geschiedenis van verovering en imperialisme ten grondslag ligt, gelegitimeerd door een wetenschappelijk onderbouwd racisme. Sinds 400 jaar onderhoudt Europa economische banden met de hele wereld en de rijkdom die we hier vergaard hebben, is direct of indirect verbonden met de globale handel die het kolonialisme aanjoeg.
 De antropologe Ann Laura Stoler stelt dat alle westerse landen met een koloniaal verleden aan koloniale afasie lijden. Met afasie bedoelt ze de obstructie van kennis. Het is geen kwestie van onwetendheid of afwezigheid. Afasie is een versplintering, moeite hebben met spreken, moeite met het vinden van een vocabulaire waarin passende woorden en concepten met passende dingen worden geassocieerd. Afasie heeft dus niets te maken met geheugenverlies, amnesie, maar komt voort uit een gebrek aan een woordenschat en gebrekkige verbindingen tussen gebeurtenissen en herinneringen waarmee we over ons koloniale verleden spreken.
 Omdat ik hier meer van wilde weten, begon ik met een onderzoek naar tijdlijnen die op basisscholen in geschiedenislessen worden gebruikt. Ik ontdekte dat educatiemateriaal verre van neutraal of inclusief is. Op Nederlandse scholen leren de kinderen nog steeds een eenzijdige Nationale geschiedenis met een eurocentrische blik. Ik stelde vast dat de twee langdurige koloniale oorlogen die in de negentiende eeuw door het KNIL, het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger, gevoerd werden om het Nederlandse gezag te vestigen en te handhaven, niet genoemd werden. Op de tijdlijnen worden de termen 'Ontdekkers en hervormers' genoemd. Overeenkomstig met dit perspectief zijn vergelijkbare, eenzijdige en vanuit het Europese belang redenerende voorstellingen waarin Columbus nog steeds Noord-Amerika ontdekt, de zeventiende eeuw alleen een Gouden Eeuw was en waarin wordt verzwegen dat Michiel de Ruyter, een nationale held, voorstander was van de slavenhandel en eraan verdiende.
 Hoe kun je andere verhalen vertellen en de Europese en Nederlandse geschiedenis onderwijzen vanuit een globaal perspectief? Ik onderzoek sinds een tijd op basis van archiefmateriaal hoe mijn persoonlijke, cultureel archief is gevormd door de eenzijdige verhalen uit Westerse geschiedenisboeken en hoe dit mijn kijk op de wereld heeft gevormd. Verhalen waarin witte, mannelijke zeehelden, ontdekkers, generaals en kolonisatoren domineren.
 Hoe kunnen we geschiedenissen vertellen die recht doen aan diverse perspectieven van een verleden waarin we allemaal verbonden zijn met elkaar in een groot spinnenweb in tijd en ruimte? Dat heeft veel te maken met het relativeren van het dominante Europese perspectief dat aanspraak doet op wetenschappelijkheid en universele geldigheid. Het heeft te maken met het toelaten van andere, niet-Europese perspectieven. De Frans-Antilliaanse schrijver Édouard Glissant stelt het beeld van de 'dwalende', the errant, tegenover het beeld van de 'reiziger' , de ontdekker of de veroveraar: 'In the poetics of relation, one who is errant (who is no longer traveler, discoverer or conqueror) strives to know the totality of the world yet already knows he will never accomplish this – and knows that is precisely where the threatened beauty of the world resides.' 


HOE=HET NU stopt in 2018

Van 2008 tot en met 2010 in K13 in Velp en van 2012 tot en met 2017 in ACEC Apeldoorn vond jaarlijks de tentoonstelling en veiling HOE=H...