Hoe heb je dit werk gemaakt?
ROB GROOT ZEVERT: Het werk Weary Stone is van keramiek,
gebakken klei, dus. In dit geval grove chamotte, afgewerkt met verschillende
lagen en verschillende soorten transparante matte glazuur. Het andere werk,
Jinja Mountain, is een samenwerking met Charlotte Arends. Het kleine bouwwerk
is van Charlotte, het grote object van mij. Het is ook van keramiek, afgewerkt
met transparante epoxyhars dat ik op kleur heb gebracht met acrylverf en
koper(kleur)poeder.
Waarom heb je dit werk gemaakt?
ROB GROOT ZEVERT: Eigenlijk ben ik met twee onderwerpen
bezig. Het eerste onderwerp is de klei zelf. Voor mij belangrijk is dat ik alle
eigenschappen van klei opzoek en toesta. Het is een fascinerend materiaal dat
zich niet zo eenvoudig laat leiden. In elke fase van het proces reageert klei
namelijk nèt weer iets anders. Het is eigenlijk gewoon dikke modder die je
modelleert. Zodra klei opdroogt verandert het materiaal en dat gebeurt terwijl
je er mee werkt. Ik duw, trek, sla, breek, en ben soms in gevecht met klei. Ik
vouw het dubbel en rol platen uit, ik gebruik vloeibare klei, die ik soms weer
vermeng met harde of leerharde klei. Ik gebruik alle eigenschappen van klei en
ik probeer nieuwe eigenschappen te ontdekken door dingen te doen met klei die
eigenlijk niet kunnen. Ik laat het werk te snel drogen, bijvoorbeeld, waardoor
er scheuren in het werk ontstaan. Of ik maak de klei te nat, waardoor, wat ik
ervan maak, instort of ombuigt.
Mijn tweede onderwerp is vorm. Ik maak grote en kleine
amorfe beelden die op stenen, stukken rots of op een deel van het lichaam
lijken, of iets lichamelijks bezitten. Ik start vaak met een idee voor een
beeld. Dat waren eerst kiezels, keien, rotsen en bergen. De laatste tijd zijn
het meer lichamelijke vormen, zoals een schedel of kop met een hals, of de
plooien van de huid. Ik probeer de vorm zoveel mogelijk eigenschappen mee te
geven die mij bevallen. En dat zijn er best veel. Wat ik maak komt vrij
intuïtief tot stand. Waar ik naar toe werk zijn vormen die overal precies
tussen zitten; tussen het herkenbare en het abstracte in. Van herkenbaar naar
minder herkenbaar naar non-figuratief. Iets tussen een bedacht beeld en iets
wat spontaan is ontstaan. Als een beeld dreigt te 'mislukken', als het
bijvoorbeeld opeens buigt, dan buig ik zelf meteen mee en pas ter plekke mijn
plan aan. Het komt niet vaak voor dat ik een werk weggooi, maar het wordt heel
vaak iets wat ik in eerste instantie zelf ook niet had voorzien.