dinsdag 28 november 2017

ROB GROOT ZEVERT


Hoe heb je dit werk gemaakt?
ROB GROOT ZEVERT: Het werk Weary Stone is van keramiek, gebakken klei, dus. In dit geval grove chamotte, afgewerkt met verschillende lagen en verschillende soorten transparante matte glazuur. Het andere werk, Jinja Mountain, is een samenwerking met Charlotte Arends. Het kleine bouwwerk is van Charlotte, het grote object van mij. Het is ook van keramiek, afgewerkt met transparante epoxyhars dat ik op kleur heb gebracht met acrylverf en koper(kleur)poeder.

Waarom heb je dit werk gemaakt?
ROB GROOT ZEVERT: Eigenlijk ben ik met twee onderwerpen bezig. Het eerste onderwerp is de klei zelf. Voor mij belangrijk is dat ik alle eigenschappen van klei opzoek en toesta. Het is een fascinerend materiaal dat zich niet zo eenvoudig laat leiden. In elke fase van het proces reageert klei namelijk nèt weer iets anders. Het is eigenlijk gewoon dikke modder die je modelleert. Zodra klei opdroogt verandert het materiaal en dat gebeurt terwijl je er mee werkt. Ik duw, trek, sla, breek, en ben soms in gevecht met klei. Ik vouw het dubbel en rol platen uit, ik gebruik vloeibare klei, die ik soms weer vermeng met harde of leerharde klei. Ik gebruik alle eigenschappen van klei en ik probeer nieuwe eigenschappen te ontdekken door dingen te doen met klei die eigenlijk niet kunnen. Ik laat het werk te snel drogen, bijvoorbeeld, waardoor er scheuren in het werk ontstaan. Of ik maak de klei te nat, waardoor, wat ik ervan maak, instort of ombuigt.
Mijn tweede onderwerp is vorm. Ik maak grote en kleine amorfe beelden die op stenen, stukken rots of op een deel van het lichaam lijken, of iets lichamelijks bezitten. Ik start vaak met een idee voor een beeld. Dat waren eerst kiezels, keien, rotsen en bergen. De laatste tijd zijn het meer lichamelijke vormen, zoals een schedel of kop met een hals, of de plooien van de huid. Ik probeer de vorm zoveel mogelijk eigenschappen mee te geven die mij bevallen. En dat zijn er best veel. Wat ik maak komt vrij intuïtief tot stand. Waar ik naar toe werk zijn vormen die overal precies tussen zitten; tussen het herkenbare en het abstracte in. Van herkenbaar naar minder herkenbaar naar non-figuratief. Iets tussen een bedacht beeld en iets wat spontaan is ontstaan. Als een beeld dreigt te 'mislukken', als het bijvoorbeeld opeens buigt, dan buig ik zelf meteen mee en pas ter plekke mijn plan aan. Het komt niet vaak voor dat ik een werk weggooi, maar het wordt heel vaak iets wat ik in eerste instantie zelf ook niet had voorzien. 

HOE=HET NU stopt in 2018

Van 2008 tot en met 2010 in K13 in Velp en van 2012 tot en met 2017 in ACEC Apeldoorn vond jaarlijks de tentoonstelling en veiling HOE=H...